Vertaling van horror

Inhoud:

Engels
Nederlands
horror {zn.}
verschrikking [v]
abhorrence, abomination, horror, loathing {zn.}
weerzin [m]
afschrik [m]
afschuw  [m]
afgrijzen  [o]
abhorrence, horror {zn.}
afschuw  [m]
zielsangst [m]
afgrijzen  [o]
terror, horror {zn.}
schrikkelijkheid [v]
schrik 
ontzetting [v]
horror {zn.}
gruwel [m] (de ~)
horror {zn.}
angstdroom
oneirodynie
nachtmerrie [m] (de ~)
horror, repugnance, repulsion, revulsion {zn.}
afgrijzen [o] (het ~)
gruwel [m] (de ~)
afschuw [m] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

My brother likes horror movies.

Mijn broer vindt horrorfilms leuk.

I'm going to see a horror film.

Ik ga een horrorfilm kijken.


Gerelateerd aan horror

abhorrence - abomination - loathing - terror - repugnance - repulsion - revulsionentity - dream - dislike