Vertaling van icecream

Inhoud:

Engels
Nederlands
ice, icecream {zn.}
ijs  [o]
ijsco [m]
ijsje [o]
consumptie-ijs [o]
Tea without ice.
Thee zonder ijs.
The ice melted.
Het ijs is gesmolten.
ice cream, icecream {zn.}
ijs [o] (het ~)
consumptie-ijs
I scream for ice cream.
Ik krijs om ijs.
She has liking for ice cream.
Ze houdt van ijs.
ice cream, icecream {zn.}
roomijsje
ice cream, icecream {zn.}
schepijs [o] (het ~)
ice cream, icecream {zn.}
roomijs [o] (het ~)
He and his sisters ate ice cream while the radio was on.
Hij en zijn zus aten roomijs, terwijl de radio aanstond.
ice cream, icecream {zn.}
ijsco [m] (de ~)
ijsje [o] (het ~)


Gerelateerd aan icecream

ice - ice creamdelicacy - ice cream - helping