Vertaling van independence

Inhoud:

Engels
Nederlands
independence {zn.}
zelfstandigheid [v]
onafhankelijkheid [v]
independence {zn.}
zelfwerkzaamheid
autonomy, independence {zn.}
zelfstandigheid [v]
onafhankelijkheid [v]
independence, independency {zn.}
onafhankelijkheid [v] (de ~)
mondigheid


Gerelateerd aan independence

autonomy - independencyactivity - freedom