Vertaling van infection

Inhoud:

Engels
Nederlands
infection, contamination {zn.}
infectie  [v]
besmetting  [v]
contagion, contamination, infection {zn.}
infectie  [v]
besmetting  [v]
contagion, infection, transmission {zn.}
besmetting [v] (de ~)
infectie [v] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I have an ear infection.

Ik heb een oorontsteking.

I had a bladder infection last month.

Ik had een blaasontsteking vorige maand


Gerelateerd aan infection

contamination - contagion - transmission