Vertaling van laughed

Inhoud:

Engels
Nederlands
to laugh {ww.}
lachen

I laughed
you laughed
he/she/it laughed

ik lachte
jij lachte
hij/zij/het lachte
» meer vervoegingen van lachen

He does nothing but laugh.
Hij doet niks dan lachen.
That made me laugh.
Dat bracht me aan het lachen.
to express joy, to express mirth, to laugh {ww.}
lachen

I laughed
you laughed
he/she/it laughed

ik lachte
jij lachte
hij/zij/het lachte
» meer vervoegingen van lachen

All at once they began to laugh.
Ze begonnen allemaal tegelijkertijd te lachen.
Man is the only animal that can laugh.
De mens is het enige dier dat kan lachen.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

He laughed.

Hij lachte.

Everybody laughed.

Iedereen lachte.

Everyone laughed at him.

Iedereen lachte hem uit.

He laughed a merry laugh.

Hij lachte een vrolijke lach.

I laughed at his joke.

Ik lachte om zijn mop.

The young girl laughed carelessly.

Het jonge meisje lachte zorgeloos.

They laughed at his mistake.

Zij lachten over zijn fout.

He was afraid of being laughed at.

Hij was bang uitgelachen te worden.

The boy was laughed at by everybody.

De jongen werd door iedereen uitgelachen.

All the other boys laughed at him.

Alle andere jongens lachten hem uit.

I don't want to be laughed at.

Ik wil niet uitgelachen worden.

I laughed so much my stomach hurts.

Ik lachte zoveel tot ik buikpijn kreeg.

I got laughed at at school today.

Ik werd uitgelachen vandaag op school.

Jack was laughed at by all the boys.

Jack werd uitgelachen door al de jongens.

"It's fine," Dima laughed. "I'm still growing, after all. I'll grow into it."

"Het is prima," lachte Dima. "Ik ben per slot van rekening nog in de groei. Ik groei er wel in."


Gerelateerd aan laughed

synoniemen

laugh - express joy - express mirth

verwante termen

evince