Vertaling van laughing
Inhoud:
Engels
Nederlands
to laugh {ww.}
lachen
He does nothing but laugh.
Hij doet niks dan lachen.
That made me laugh.
Dat bracht me aan het lachen.
to express joy, to express mirth, to laugh {ww.}
lachen
All at once they began to laugh.
Ze begonnen allemaal tegelijkertijd te lachen.
Man is the only animal that can laugh.
De mens is het enige dier dat kan lachen.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Who's laughing now?
Wie lacht nu?
Why are you laughing?
Waarom lach je?
I shouldn't be laughing.
Ik zou niet moeten lachen.
I could not help laughing.
Ik kon me niet goed houden.
I could not stop laughing.
Ik kon niet stoppen met lachen.
He asked me why I was laughing.
Hij vroeg me waarom ik lachte.
We can see who's laughing, but not who's crying.
We zien wie lacht; wie huilt, dat zien we niet.
I could not help laughing when I saw him.
Ik kon het niet helpen te lachen toen ik hem zag.
Seriously though, episode 21 made me almost cry while laughing.
Maar even serieus, om aflevering 21 moest ik zowat huilen van het lachen.
She could hardly keep from laughing when she saw the dress.
Ze kon haar lach niet bedwingen toen ze het kleed zag.