Vertaling van maul

Inhoud:

Engels
Nederlands
to hurt, to wound, to injure, to maul {ww.}
wonden
verwonden
kwetsen

I maul
you maul
we maul

ik wond
jij wondt
wij wonden
» meer vervoegingen van wonden

Rub salt in the wound.
Zout in iemands wonden wrijven.
maul, sledge, sledgehammer {zn.}
schroothamer
affray, maul {zn.}
strijdgewoel
handgemeen 
maul, sledge, sledgehammer {zn.}
voorhamer [m] (de ~)
maul, sledge, sledgehammer {zn.}
smidshamer [m] (de ~)
smeedhamer
maul, sledge, sledgehammer {zn.}
vuist
vuisthamer
moker [m] (de ~)


Gerelateerd aan maul

hurt - wound - injure - sledge - sledgehammer - affrayhammer