Vertaling van mountains
Voorbeelden in zinsverband
I was in the mountains.
Ik was in de bergen.
Tom was hiding in the mountains.
Tom had zich in de bergen verscholen.
The mountains were all around the city.
De bergen waren overal rondom de stad.
I grew up in the mountains.
Ik groeide op in de bergen.
He makes mountains out of molehills.
Hij creëert een storm in een glas water.
The two mountains are of equal height.
De twee bergen zijn even hoog.
With these eyes, I shall see mountains burn.
Met deze ogen zal ik bergen zien branden.
Nearly 80 percent of the land is mountains.
Bijna 80 procent van het land is bergen.
This summer we'll go to the mountains and to the sea.
Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.
I would have gone to the mountains had I had the money.
Ik was naar de bergen gegaan, als ik geld had gehad.
They have climbed the highest mountains and walked on the floor of the seas.
Ze hebben de hoogste bergen beklommen en op de bodem van de zee gelopen.