Vertaling van professor

Inhoud:

Engels
Nederlands
professor {zn.}
professor [m]
I am a professor.
Ik ben professor.
He is a professor of English at Leeds.
Hij is professor Engels in Leeds.
prof, professor {zn.}
professor [m] (de ~)
prof [m] (de ~)
ordinarius
hoogleraar [m] (de ~)
The professor gave a lecture on the Middle East.
De professor hield een college over het Midden-Oosten.
Mr Jones, whose wife teaches English, is himself a professor of English.
Mijnheer Jones, wiens vrouw Engels onderwijst, is zelf professor Engels.
prof, professor {zn.}
brillejood
brillenjood
prof, professor {zn.}
brildrager


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I am a professor.

Ik ben professor.

The professor grinned.

De leraar grijnsde.

The professor gave a lecture on the Middle East.

De professor hield een college over het Midden-Oosten.

He is a professor of English at Leeds.

Hij is professor Engels in Leeds.

The professor that took the floor is from the University of Bucharest.

De professor die het woord nam, is van de Universiteit Boekarest.

Mr Jones, whose wife teaches English, is himself a professor of English.

Mijnheer Jones, wiens vrouw Engels onderwijst, is zelf professor Engels.


Gerelateerd aan professor

profinitiate - owner