Vertaling van smile
Voorbeelden in zinsverband
He answered me with a smile.
Hij antwoordde mij met een glimlach.
I like the way you smile.
Ik hou van uw manier om te glimlachen.
He greeted me with a smile.
Hij begroette me met een glimlach.
Your smile always makes me happy.
Jouw glimlach maakt me altijd blij.
If you smile, I'll be happy.
Als je glimlacht, zal ik gelukkig zijn.
She greeted us with a smile.
Zij verwelkomde ons met een glimlach.
She gave me a charming smile.
Ze gaf me een charmerende glimlach.
She greeted Mr Kato with a smile.
Glimlachend begroette ze de heer Kato.
They greeted me with a smile.
Ze ontvingen me met een glimlach.
She tried to smile in vain.
Ze probeerde tevergeefs te glimlachen.
“Thank you very much”, she said with a smile.
"Heel erg bedankt," zei ze met een glimlach.
He loves her hair, her smile, her eyes? Wow, he is fucking good at telling lies!
Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!
A smile is the most beautiful curve on a woman's body.
Een glimlach is de mooiste ronding op het lichaam van een vrouw.
Both of us began to smile almost at the same time.
We glimlachten beiden op bijna hetzelfde moment.