Vertaling van swimming

Inhoud:

Engels
Nederlands
to float, to swim {ww.}
zwemmen 
baden
drijven
He can't swim.
Hij kan niet zwemmen.
I'm able to swim.
Ik kan zwemmen.
swim, swimming {zn.}
zwemsport [m] (de ~)
swim, swimming {zn.}
zeebad
to swim {ww.}
zwemmen
I like to swim.
Ik hou van zwemmen.
He cannot swim.
Hij kan niet zwemmen.
to swim {ww.}
afzwemmen
to swim {ww.}
afzwemmen


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I like swimming.

Ik hou van zwemmen.

He is fond of swimming.

Hij zwemt graag.

I am interested in swimming.

Ik ben geïnteresseerd in zwemmen.

Tom is good at swimming.

Tom kan goed zwemmen.

Keep on swimming up to your limit.

Doorzwemmen tot je aan je grens zit.

He jumped into the swimming pool.

Hij sprong in het zwembad.

Have you ever seen him swimming?

Heb je hem ooit zien zwemmen?

Do you feel like going swimming?

Heb je zin om te gaan zwemmen?

The boy is swimming with his friends.

De jongen is aan het zwemmen met zijn vrienden.

We like swimming in the ocean.

We zwemmen graag in de oceaan.

I am tired after swimming in that river.

Ik ben moe na het zwemmen in die rivier.

The swimming pool is open to the public.

Dit zwembad is geopend voor het publiek.

Swimming will be the main event of the next Olympics.

Zwemmen zal de hoofdactiviteit zijn in de volgende Olympische Spelen.

They stared at her swimming suit in amazement.

Ze staarden met verbazing naar haar zwempak.

I often go swimming at the beach in the summer.

Ik zwem vaak op het strand in de zomer.


Gerelateerd aan swimming

float - swimaquatics - bath water - move - swim