Vertaling van waggon

Inhoud:

Engels
Nederlands
waggon {zn.}
transportwagen
waggon {zn.}
goederenwagen
carriage, coach, waggon, van, truck {zn.}
wagon [m]
spoorwagen [m]
cart, chariot, waggon, trolley {zn.}
wagen 
kar 
handkar
karretje [o]
Don't put the cart before the horse.
Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
waggon, wagon {zn.}
wagen [m] (de ~)
You are the fifth wheel on the wagon.
Jij bent het derde wiel aan de wagen.
beach waggon, beach wagon, estate car, station waggon, station wagon, waggon, wagon {zn.}
break [m] (de ~)
beach waggon, beach wagon, estate car, station waggon, station wagon, waggon, wagon {zn.}
combinatiewagen
combi [m] (de ~)
stationcar [m] (de ~)


Gerelateerd aan waggon

carriage - coach - van - truck - cart - chariot - trolley - wagon - beach waggon - beach wagon - estate car - station waggon - station wagonvehicle - auto