Vertaling van China

Inhoud:

Spaans
Nederlands
China {eigenn.}
China [o]


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Vengo de China.

Ik kom uit China.

Él volvió de China.

Hij is teruggekomen uit China.

Él volvió de China.

Hij is teruggekomen uit China.

Auldey es una marca china.

Audley is een Chinees merk.

Este libro es sobre China.

Dit boek gaat over China.

Facebook está bloqueado en China.

Facebook is geblokkeerd in China.

China es un gran país.

China is een groot land.

Tengo otro amigo en China.

Ik heb nog een vriend in China.

Vine a Japón desde China.

Ik ben naar Japan gekomen vanuit China.

La comida china de Europa no se parece en nada a la comida china en China.

Chinese gerechten in Europa lijken totaal niet op Chinese gerechten in China.

China es rica en recursos naturales.

China is rijk aan natuurlijke grondstoffen.

Él ha escrito un libro sobre China.

Hij heeft een boek geschreven over China.

El Sr. Wang viene de China.

Meneer Wang komt uit China.

Esta mujer es de China. Habla chino.

Deze vrouw komt uit China. Ze spreekt Chinees.

Pekín es la capital de China.

Peking is de hoofdstad van China.