Vertaling van Europa

Inhoud:

Spaans
Nederlands
Europa [v] {eigenn.}
Europa
Europa [v] {eigenn.}
Europa


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Italia queda en Europa.

Italië ligt in Europa.

¡Europa tiene más cultura!

Europa heeft meer cultuur!

No tenemos esto en Europa.

Dit hebben we niet in Europa.

Él viajó por toda Europa.

Hij reisde door heel Europa.

Decidí no ir a Europa.

Ik heb besloten niet naar Europa te gaan.

¿Cuántas lenguas hay en Europa?

Hoeveel talen zijn er in Europa?

Francia queda en Europa Occidental.

Frankrijk ligt in West-Europa.

¿Cuántas personas hay en Europa?

Hoeveel mensen zijn er in Europa?

Ya es Navidad en Europa.

In Europa is het al Kerst.

Pocos elefantes decidirian voluntariamente irse a Europa.

Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.

Lleva deambulando por Europa durante meses.

Hij zwerft al maanden door Europa.

Fui a Europa antes de la guerra.

Voor de oorlog ging ik naar Europa.

¿Dónde puedo conseguir un mapa de Europa?

Waar kan ik een kaart van Europa verkrijgen?

Quiero ir a algún lugar de Europa.

Ik wil ergens naartoe gaan in Europa.

Él ha visitado Europa varias veces.

Hij heeft Europa een paar keer bezocht.