Vertaling van Francia

Inhoud:

Spaans
Nederlands
Francia [v] {zn.}
Frankrijk  [o] (narticle ~)
Sawako quiere ir a Francia.
Sawako wil naar Frankrijk.
Francia es colindante a España.
Frankrijk grenst aan Spanje.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Francia queda en Europa Occidental.

Frankrijk ligt in West-Europa.

Sawako quiere ir a Francia.

Sawako wil naar Frankrijk.

Vienen del sur de Francia.

Ze komen uit het zuiden van Frankrijk.

Me gustaría vivir en Francia.

Ik zou graag in Frankrijk wonen.

Francia es colindante a España.

Frankrijk grenst aan Spanje.

Lo he conocido en Francia.

Ik heb hem leren kennen in Frankrijk.

Francia estuvo en guerra con Rusia.

Frankrijk voerde oorlog met Rusland.

París es la capital de Francia.

Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.

Él hace poco regresó de Francia.

Hij is onlangs teruggekomen uit Frankrijk.

Alemania tiene una frontera con Francia.

Duitsland grenst aan Frankrijk.

Bélgica no es tan grande como Francia.

België is niet zo groot als Frankrijk.

Ella irá a Francia la semana próxima.

Zij gaat volgende week naar Frankrijk.

Bélgica no es tan grande como Francia.

België is niet zo groot als Frankrijk.

No sé cuándo volvió de Francia.

Ik weet niet wanneer hij terug is gekomen uit Frankrijk.

Francia está al sur de Inglaterra.

Frankrijk ligt ten zuiden van Engeland.


Gerelateerd aan Francia