Vertaling van Suiza

Inhoud:

Spaans
Nederlands
Suiza [v] {zn.}
Zwitserland [o]
Suiza es un país bello.
Zwitserland is een mooi land.
Él ha ido a Suiza.
Hij is naar Zwitserland gegaan.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Suiza es un país bello.

Zwitserland is een mooi land.

Él ha ido a Suiza.

Hij is naar Zwitserland gegaan.

¿Esto está hecho en Suiza?

Is dit in Zwitserland gemaakt?

Suiza es un país neutral.

Zwitserland is een neutraal land.

Berna es la capital de Suiza.

Bern is de hoofdstad van Zwitserland.

Italia limita al norte con Suiza.

Italië grenst in het noorden aan Zwitserland.

El lago Lemán es el lago más grande en Suiza.

Het Meer van Genève is het grootste meer van Zwitserland.

Si plancharas Suiza, esta sería más grande que Alemania.

Als je Zwitserland zou strijken, zou het groter zijn dan Duitsland.


Gerelateerd aan Suiza