Vertaling van al contado

Inhoud:

Spaans
Nederlands
al contado {bw.}
cash
contant
calcular, contar {ww.}
tellen 
rekenen 
berekenen 
uitrekenen
calculeren 

yo he contado
has contado
él/ella ha contado

ik heb geteld
jij hebt geteld
hij/zij/het heeft geteld
» meer vervoegingen van tellen

Podéis contar con él.
Op hem kan je rekenen.
Tú podías contar hasta diez cuando tenías dos años.
Wanneer je twee jaar oud was kon je al tot tien tellen.
contar, enumerar {ww.}
tellen 
neertellen
aftellen

yo he contado
has contado
él/ella ha contado

ik heb geteld
jij hebt geteld
hij/zij/het heeft geteld
» meer vervoegingen van tellen

Ella sólo tiene dos años pero es capaz de contar hasta cien.
Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.
contar, narrar {ww.}
vertellen 
verhalen
debiteren

yo he contado
has contado
él/ella ha contado

ik heb verteld
jij hebt verteld
hij/zij/het heeft verteld
» meer vervoegingen van vertellen

¿Me puedes contar más acerca de ti?
Kun je me meer over jezelf vertellen?


Gerelateerd aan al contado

calcular - contar - enumerar - narrar