Vertaling van aliado

Inhoud:

Spaans
Nederlands
aliado [m] (el ~) {zn.}
bondgenoot  [m]
geallieerde [m]
Alemania alguna vez fue un aliado de Italia.
Duitsland was ooit een bondgenoot van Italië.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Soy tu aliado.

Ik sta aan jouw kant.

Alemania alguna vez fue un aliado de Italia.

Duitsland was ooit een bondgenoot van Italië.