Vertaling van amor

Inhoud:

Spaans
Nederlands
amor [m] (el ~) {zn.}
liefde 
min 
affectie [v]
Amor y paz.
Liefde en vrede.
El amor es ciego.
Liefde is blind.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Amor y paz.

Liefde en vrede.

Un niño necesita amor.

Een kind heeft liefde nodig.

El amor es ciego.

Liefde is blind.

Hablaron sobre el amor.

Ze spraken over liefde.

Los niños necesitan amor.

Kinderen hebben liefde nodig.

Él es mi primer amor.

Hij is mijn eerste liefde.

El amor no conoce límites.

Liefde kent geen grenzen.

Fue amor a primera vista.

Het was liefde op het eerste gezicht.

Nunca confundas lástima con amor.

Verwar medelijden nooit met liefde.

No hay amor sin celos.

Geen liefde zonder jaloezie.

Él está ciego de amor.

Hij is verblind door de liefde.

No confundas deseo con amor.

Verwar verlangen niet met liefde.

Mary cree en el poder del amor.

Mary gelooft in de kracht van de liefde.

Anoche escribí una carta de amor.

Ik heb een liefdesbrief geschreven gisteravond.

El amor no es lo que piensas.

Liefde is niet wat je denkt.