Vertaling van aro

Inhoud:

Spaans
Nederlands
aro [m] (el ~) {zn.}
aronskelk [m]
aro [m] (el ~) {zn.}
hoepel 
aro [m] (el ~) {zn.}
hoepel 
arar {ww.}
beploegen
omploegen
ploegen 

yo aro
él/ella aró

ik beploeg
hij/zij/het beploegde
» meer vervoegingen van beploegen



Gerelateerd aan aro

arar