Vertaling van bebé

Inhoud:

Spaans
Nederlands
bebé, nene [m] (el ~), crío [m] (el ~) {zn.}
baby  [m]
zuigeling
Ese bebé es Tom.
Die baby is Tom.
La bebé está gateando.
De baby kruipt.
beber {ww.}
drinken
gebruiken 

él/ella bebe

hij/zij/het drinkt
» meer vervoegingen van drinken

¿Qué desea beber?
Wat wilt ge drinken?
¿Te gustaría beber algo?
Wil je iets drinken?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

La bebé puede caminar.

De baby kan lopen.

Duerme como un bebé.

Hij slaapt als een roos.

Ese bebé es Tom.

Die baby is Tom.

La bebé está gateando.

De baby kruipt.

¿El bebé se despertó?

Is de baby wakker geworden?

El bebé comenzó a gatear.

De baby begon te kruipen.

Ella temía despertar al bebé.

Ze was bang de baby wakker te maken.

Un bebé tiene la piel sensible.

Een baby heeft een gevoelige huid.

Ella espera un bebé para junio.

Ze verwacht een kind in juni.

Jugué con la bebé sobre mi rodilla.

Ik speelde met de baby op mijn knie.

Hablábamos en voz baja para evitar despertar al bebé.

We spraken stilletjes om de baby niet wakker te maken.

El único sobreviviente del choque fue una bebé.

De enige overlevende van de crash was een baby.

Ella me pidió que cuidara a su bebé durante su ausencia.

Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.


Gerelateerd aan bebé

nene - crío - beber