Vertaling van camión

Inhoud:

Spaans
Nederlands
camión [m] (el ~) {zn.}
vrachtwagen  [m]
vrachtauto [m]
truck [m]
Tengo un camión.
Ik heb een vrachtwagen.
Tengo un camión.
Ik heb een vrachtwagen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tengo un camión.

Ik heb een vrachtwagen.

Tengo un camión.

Ik heb een vrachtwagen.

Un camión atropelló al perro.

Een vrachtwagen heeft de hond aangereden.

El portón era demasiado angosto para el camión.

De poort was te smal voor de vrachtwagen.