Vertaling van cantar

Inhoud:

Spaans
Nederlands
cantar {ww.}
zingen 
Madonna puede cantar.
Madonna kan zingen.
Quiero cantar una canción.
Ik wil een liedje zingen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Te gusta cantar?

Zing je graag?

Quiero cantar una canción.

Ik wil een liedje zingen.

Puedes cantar una canción.

Je kunt een lied zingen.

Madonna puede cantar.

Madonna kan zingen.

Te toca cantar.

Het is jouw beurt om te zingen.

A menudo te oímos cantar.

We horen je vaak zingen.

Sería genial si pudieras cantar.

Het zou leuk zijn als je kon zingen.

Le oí cantar una canción.

Ik heb haar een lied horen zingen.

A Tom le encanta cantar.

Tom zingt graag.

A Tom le encanta cantar.

Tom zingt graag.

¿Por qué no puedo cantar como ellos?

Waarom kan ik niet zingen zoals zij?

¿Podrías dejar de cantar, por favor?

Kun je alstublieft ophouden met zingen?

¿Alguna vez la has oído cantar en el escenario?

Heb je haar ooit horen zingen op het podium?

Las aves comenzaron a cantar por la mañana.

's Morgens begonnen de vogeltjes te fluiten.

A él le gusta cantar en la bañera.

Hij zingt graag in bad.