Vertaling van cuidar

Inhoud:

Spaans
Nederlands
cuidar {ww.}
verzorgen
zorgen voor
verplegen
Ella tuvo que cuidar de su hermana.
Ze moest haar zus verzorgen.
cuidar {ww.}
verzorgen
oppassen
cuidar, cuidar de, preocuparse por {ww.}
zorgen
zich bekommeren
zorg dragen
bezorgd zijn
Tenemos que cuidar a nuestros padres.
We moeten voor onze ouders zorgen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tenemos que cuidar a nuestros padres.

We moeten voor onze ouders zorgen.

Ella tuvo que cuidar de su hermana.

Ze moest haar zus verzorgen.


Gerelateerd aan cuidar

cuidar de - preocuparse por