Vertaling van deber

Inhoud:

Spaans
Nederlands
deber, adeudar {ww.}
schuldig zijn
verschuldigd zijn
in de schuld staan
deber [m] (el ~), obligación [v] (la ~) {zn.}
plicht 
verplichting  [v]
Tu deber es estudiar.
Het is je plicht om te studeren.
Inglaterra espera que todo hombre cumpla con su deber.
Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.
tener que, deber {ww.}
moeten
zullen
behoren 
dienen
horen 
Detesto tener que apresurarme en la mañana.
Ik heb er een hekel aan om 's morgens te moeten haasten.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tu deber es estudiar.

Het is je plicht om te studeren.

Inglaterra espera que todo hombre cumpla con su deber.

Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen.


Gerelateerd aan deber

adeudar - obligación - tener que