Vertaling van desayuno

Inhoud:

Spaans
Nederlands
desayuno [m] (el ~) {zn.}
ontbijt [o]
El desayuno está listo.
Het ontbijt is klaar.
Quiero mi desayuno.
Ik wil mijn ontbijt.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Desayuno a las siete.

Ik ontbijt om zeven uur.

Quiero mi desayuno.

Ik wil mijn ontbijt.

¿Qué quiere de desayuno?

Wat wilt u voor het ontbijt?

¿Está listo el desayuno?

Is het ontbijt klaar?

El desayuno está listo.

Het ontbijt is klaar.

Desayuno todas las mañanas.

Ik eet elke ochtend ontbijt.

Tomo el desayuno cada mañana.

Ik eet elke ochtend ontbijt.

Mayuko come pan de desayuno.

Mayuko eet brood voor het ontbijt.

Me duché antes del desayuno.

Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.

¿Tomas té habitualmente al desayuno?

Heb je gewoonlijk thee voor het ontbijt?

Iris, ¿qué comes normalmente de desayuno?

Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt?

Pan y mantequilla es mi desayuno habitual.

Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.

Mi madre está preparando el desayuno.

Mijn moeder maakt het ontbijt klaar.

Pan y mantequilla es mi desayuno habitual.

Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.

Sandra se come una rebanada de pan y un café de desayuno.

Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.