Vertaling van elegir

Inhoud:

Spaans
Nederlands
elegir, escoger {ww.}
kiezen 
uitzoeken
verkiezen
uitpikken
uitlezen
uitkiezen 
No podías escoger.
Je kon niet kiezen.
No podías escoger.
Je kon niet kiezen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tú puedes elegir la que quieras.

U kunt kiezen welke je wilt.

Tengo que elegir entre esos dos.

Ik moet kiezen tussen die twee.

Usted puede elegir el que le guste.

Je mag kiezen welke je wilt

Tengo que elegir entre esos dos.

Ik moet kiezen tussen die twee.

Cometí un grave error al elegir a mi esposa.

Ik heb een grove fout gemaakt bij de keuze van mijn vrouw.

Es una tarea difícil elegir qué está "bien" o "mal", pero has de hacerlo.

Het is moeilijk te zeggen wat goed is en wat niet, maar toch moet het.


Gerelateerd aan elegir

escoger