Vertaling van enseñar

Inhoud:

Spaans
Nederlands
enseñar, instruir {ww.}
leren
scholen
instrueren
bijbrengen 
Yo te puedo enseñar a pelear.
Ik kan je leren vechten.
Que los hombres no aprenden mucho de las lecciones de la historia es la más importante de todas las lecciones que la historia tiene por enseñar.
Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.
enseñar {ww.}
leren
onderwijzen
Enseñar requiere mucha paciencia.
Onderwijzen vraagt veel geduld.
enseñar, indicar, mostrar, señalar {ww.}
tonen
laten zien
uitwijzen
wijzen 
vertonen
tentoonspreiden
Fíjate bien. Te voy a mostrar cómo se hace.
Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.
¿Me puede indicar el camino a la parada de buses?
Kun je me de weg naar de bushalte tonen?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Enseñar requiere mucha paciencia.

Onderwijzen vraagt veel geduld.

Yo te puedo enseñar a pelear.

Ik kan je leren vechten.

El trabajo de mi hermana consiste en enseñar inglés.

Mijn zus werkt als lerares Engels.

La grabadora es una ayuda útil para enseñar.

De bandrecorder is een handig hulpmiddel in het onderwijs.

Que los hombres no aprenden mucho de las lecciones de la historia es la más importante de todas las lecciones que la historia tiene por enseñar.

Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.


Gerelateerd aan enseñar

instruir - indicar - mostrar - señalar