Vertaling van favor

Inhoud:

Spaans
Nederlands
favor [m] (el ~) {zn.}
gunst 
genadigheid [v]
begunstiging [v]
Quisiera pediros un favor.
Ik zou je graag om een gunst vragen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¡Por favor!

Alstublieft.

¿Podrías repetirlo, por favor?

Kunt ge dat herhalen?

No llores por favor.

Niet huilen alsjeblieft.

Párese por favor.

Sta recht, alsjeblieft.

Pescado, por favor.

Vis, alsjeblieft.

Por favor, enciéndelo.

Zet het alsjeblieft aan.

Piénsalo, por favor.

Denk er eens over na als je wil.

Mi llave, por favor.

Mijn kamersleutel graag.

Escríbeme pronto por favor.

Schrijf alsjeblieft gauw terug.

Perdóneme, por favor.

Vergeef me alsjeblieft.

¡Oh! Mostrámelo, por favor.

O! Laat eens zien.

Por favor, sé educado.

Wees alsjeblieft beleefd.

Tres helados, por favor.

Drie ijsjes, alstublieft.

Quisiera pediros un favor.

Ik zou je graag om een gunst vragen.

Por favor entre.

Kom alstublieft binnen.