Vertaling van guerra

Inhoud:

Spaans
Nederlands
guerra [v] (la ~) {zn.}
oorlog 
krijg
Él no quería la guerra.
Hij wilde geen oorlog.
La guerra duró dos años.
De oorlog duurde twee jaar.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

La guerra duró dos años.

De oorlog duurde twee jaar.

La guerra prácticamente ha acabado.

De oorlog is in wezen voorbij.

Él no quería la guerra.

Hij wilde geen oorlog.

La guerra no hace feliz a nadie.

Niemand wordt gelukkig van oorlog.

Francia estuvo en guerra con Rusia.

Frankrijk voerde oorlog met Rusland.

Marte es el dios de la guerra.

Mars is de god van de oorlog.

No hay nada peor que la guerra.

Niets is slechter dan oorlog.

La guerra nos concierne a todos.

Oorlog gaat ons allen aan.

La guerra empezó tres años más tarde.

De oorlog begon drie jaar later.

Él fue asesinado en la guerra.

Hij werd gedood in de oorlog.

Me opongo a cualquier tipo de guerra.

Ik ben tegen ieder soort oorlog.

Fui a Europa antes de la guerra.

Voor de oorlog ging ik naar Europa.

¿Qué pensás de la Guerra del Golfo?

Wat denkt ge over de Golfoorlog?

¿Qué piensan acerca de la guerra?

Wat denken jullie van oorlog?

Los americanos la llaman Guerra de Vietnam; los vietnamitas la llaman Guerra Americana.

Amerikanen noemen het de Vietnamoorlog; de Vietnamezen noemen het de Amerikaanse oorlog.