Vertaling van hacer uso de

Inhoud:

Spaans
Nederlands
hacer uso de, usar, emplear {ww.}
gebruiken 
benutten 
aanwenden 
¿Puedo usar esto?
Mag ik dit gebruiken?
¿Puedo usar este lápiz?
Mag ik dit potlood gebruiken?


Gerelateerd aan hacer uso de

usar - emplear