Vertaling van hermana

Inhoud:

Spaans
Nederlands
hermana [v] (la ~) {zn.}
zus  [v]
zuster  [v]
Mi hermana es famosa.
Mijn zuster is beroemd.
Mi hermana es guapa.
Mijn zus is mooi.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tengo una hermana.

Ik heb één zus.

Mi hermana es guapa.

Mijn zus is mooi.

Mi hermana es famosa.

Mijn zuster is beroemd.

Su hermana luce joven.

Zijn zus ziet er jong uit.

Ella es mi hermana.

Ze is mijn zus.

Estoy almorzando con mi hermana.

Ik ben aan het lunchen met mijn zus.

Ella es mi hermana mayor.

Zij is mijn oudere zus.

Mi hermana tiene un trabajo.

Mijn zus heeft een baan.

¿Podés distinguirla de su hermana?

Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?

Mi hermana es muy inteligente.

Mijn zus is heel intelligent.

Acepté un regalo de su hermana.

Ik heb een geschenk aanvaard van zijn zuster.

Ayer mi hermana fue a Kobe.

Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.

A mi hermana le gustan los dulces.

Mijn zus houdt van snoep.

Tengo dos hermanos y una hermana.

Ik heb twee broers en één zus.

Mi hermana se volvió estudiante universitaria.

Mijn zus is studente geworden.