Vertaling van injuria

Inhoud:

Spaans
Nederlands
injuria [v] (la ~), insulto [m] (el ~), ofensa [v] (la ~), afrenta [v] (la ~) {zn.}
belediging  [v]
smaad
affront [o]
injuria [v] (la ~), ofensa [v] (la ~), afrenta [v] (la ~) {zn.}
belediging  [v]
krenking [v]
affront [o]
injuriar, insultar {ww.}
beschimpen 
schimpen

él/ella injuria

hij/zij/het beschimpt
» meer vervoegingen van beschimpen

injuriar {ww.}
uitschelden

él/ella injuria

hij/zij/het scheldt uit
» meer vervoegingen van uitschelden



Gerelateerd aan injuria

insulto - ofensa - afrenta - injuriar - insultar