Vertaling van marqués

Inhoud:

Spaans
Nederlands
marqués [m] (el ~) {zn.}
markies 
marcar {ww.}
tekenen 
merken 
marcar {ww.}
draaien 
hacer un signo, marcar, indicar {ww.}
tekenen 
kenmerken
merken 
een teken geven
aangeven 
aanduiden 


Gerelateerd aan marqués

marcar - hacer un signo - indicar