Vertaling van menos

Inhoud:

Spaans
Nederlands
menos {zn.}
minus
min 
menos {bw.}
min 
minder 
excepto, menos {bw.}
behalve 
bij uitzondering
buiten 
op ... na
uitgezonderd 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Él tiene menos pan.

Hij heeft minder brood.

Te echo de menos.

Ik mis je.

Costó menos de quince dólares.

Dit kostte minder dan vijftien dollar.

Costó menos de quince dólares.

Dit kostte minder dan vijftien dollar.

Te echamos mucho de menos.

We missen je heel erg.

Os echaremos muchísimo de menos.

We zullen je heel erg missen.

Tus amigos te echarán de menos.

Je vrienden zullen je missen.

Todos te echamos mucho de menos.

We missen je allemaal heel erg.

Ella tiene dos años menos que yo.

Ze is twee jaar jonger dan ik.

Ella tiene más o menos cuarenta años.

Ze is ongeveer veertig.

Yo también voy, a menos que llueva.

Ik zal ook gaan, tenzij het regent.

Por lo menos deberías decir "gracias".

Je zou tenminste "bedankt" kunnen zeggen.

Tus amigos te echarán de menos.

Je vrienden zullen je missen.

Peso más o menos 60 kilos.

Ik weeg rond de 60 kilo.

"Más o menos cuatro libras", dice Bob.

"Ongeveer vier pond", zegt Bob.


Gerelateerd aan menos

excepto