Vertaling van minuto

Inhoud:

Spaans
Nederlands
minuto [m] (el ~) {zn.}
minuut  [v]
Si muero hoy, te penaré cada minuto de tu vida.
Als ik vandaag sterf, zal ik je elke minuut van je leven achtervolgen.
¿Cuántas veces por minuto parpadea de media una persona?
Hoe vaak knippert een mens gemiddeld per minuut met zijn ogen?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Sólo un minuto.

Een ogenblikje.

¿Te importaría guardarme la maleta un minuto?

Zoudt ge even op mijn koffer willen passen?

Si muero hoy, te penaré cada minuto de tu vida.

Als ik vandaag sterf, zal ik je elke minuut van je leven achtervolgen.

¿Cuántas veces por minuto parpadea de media una persona?

Hoe vaak knippert een mens gemiddeld per minuut met zijn ogen?

Él canceló la reunión en el último minuto.

Op het laatste moment heeft hij de vergadering afgelast.

Sesenta minutos hacen una hora y un minuto está compuesto de sesenta segundos.

Zestig minuten maken een uur, en een minuut bestaat uit zestig seconden.

Un inglés, un belga y un holandés entran a un bar y se sientan en el mostrador. El cantinero dice, "Un minuto, ¿esto es una broma o qué?"

Een Engelsman, een Belg en een Nederlander gaan een café binnen en nemen plaats aan de toog. Zegt de barkeeper: "Wacht even, is dit een mop of zo?"