Vertaling van octubre

Inhoud:

Spaans
Nederlands
octubre [m] (el ~) {zn.}
oktober  [m]
wijnmaand
Tom espera verte en octubre.
Tom hoopt je in oktober te zien.
Las hojas empiezan a caer en octubre.
In oktober beginnen de bladeren te vallen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tom espera verte en octubre.

Tom hoopt je in oktober te zien.

Las hojas empiezan a caer en octubre.

In oktober beginnen de bladeren te vallen.

Yo nací el 10 de Octubre de 1972

Ik ben geboren op 10 oktober 1972.