Vertaling van paciencia

Inhoud:

Spaans
Nederlands
paciencia [v] (la ~) {zn.}
geduld  [o]
lijdzaamheid [v]
Le agradezco su paciencia.
Bedankt voor je geduld.
Enseñar requiere mucha paciencia.
Onderwijzen vraagt veel geduld.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Le agradezco su paciencia.

Bedankt voor je geduld.

Enseñar requiere mucha paciencia.

Onderwijzen vraagt veel geduld.

Él era la paciencia personificada.

Hij was het geduld in persoon.

La paciencia es una virtud.

Geduld is een schone zaak.

Trata de tener paciencia con los demás.

Tracht geduld op te brengen met anderen.