Vertaling van pierna

Inhoud:

Spaans
Nederlands
pierna [v] (la ~) {zn.}
been  [o]
El soldado fue herido en la pierna.
De soldaat was gewond aan het been.
Su pierna herida empezó a sangrar de nuevo.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
pierna [v] (la ~) {zn.}
schenkel
schenkelvlees
bout [m]
pierna [v] (la ~), miembro inferior {zn.}
been  [o]
poot [m]
onderbeen [o]
Él tuvo un accidente y se fracturó la pierna.
Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.
Él tuvo un accidente y se rompió la pierna.
Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

El soldado fue herido en la pierna.

De soldaat was gewond aan het been.

Él tuvo un accidente y se fracturó la pierna.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Ella se cayó y se rompió la pierna izquierda.

Ze viel naar beneden en brak haar linkerbeen.

Él tuvo un accidente y se rompió la pierna.

Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.

Su pierna herida empezó a sangrar de nuevo.

Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.

Me dio un calambre en la pierna mientras nadaba.

Ik kreeg kramp in mijn been tijdens het zwemmen.


Gerelateerd aan pierna

synoniemen

miembro inferior