Vertaling van poco

Inhoud:

Spaans
Nederlands
poco {bn.}
gering
luttel
weinig 
poco, poquito {zn.}
beetje  [m]
snufje [o]
kneepje [o]
Un poquito
Een (klein) beetje
Y un poco de pan.
En een beetje brood.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Estoy un poco cansada.

Ik ben een beetje moe.

Estoy un poco cansada.

Ik ben een beetje moe.

Estoy un poco confundido.

Ik ben een beetje in de war.

Hace poco compré una cámara.

Onlangs heb ik een camera gekocht.

Bajé un poco de peso.

Ik heb een beetje gewicht verloren.

Quiero dormir un poco más.

Ik wil nog wat langer slapen.

Quiero un poco de papel.

Ik wil een stuk papier.

Tengo un poco de hambre.

Ik heb een beetje honger.

Mary tiene expectativas poco realistas.

Mary heeft onrealistische verwachtingen.

Estarás llorando dentro de poco.

Je zal snel wenen.

Y un poco de pan.

En een beetje brood.

Yo hablo un poco de japonés.

Ik spreek een beetje Japans.

¿Quieres un poco más de pastel?

Wil je nog wat taart?

Hace un poco de frío hoy.

Het is een beetje koud vandaag.

Un poco de pan y mantequilla.

Een beetje brood en boter


Gerelateerd aan poco

poquito