Vertaling van primo

Inhoud:

Spaans

Nederlands

primo [m] (el ~), incauto {zn.}

sul
onnozele hals

primo [m] (el ~) {zn.}

kozijn [m]
neef [m]

Pedí prestado 1.000 yenes de mi primo.

Ik heb 1000 yen geleend van mijn kozijn.

Él se fue a quedar donde su primo.

Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.

Spaans

Nederlands

Pedí prestado 1.000 yenes de mi primo.

Ik heb 1000 yen geleend van mijn kozijn.

Sorprendimos a mi primo con una fiesta de cumpleaños.

We verraste mijn nicht met een verjaardagsfeestje.

Él se fue a quedar donde su primo.

Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.

John no es mi hermano, sino mi primo.

John is niet mijn broer maar mijn neef.