Vertaling van principio

Inhoud:

Spaans
Nederlands
principio [m] (el ~) {zn.}
voorgerecht
hors d'oeuvre
principio [m] (el ~) {zn.}
grondbeginsel 
principe 
beginsel  [o]
comienzo [m] (el ~), principio [m] (el ~) {zn.}
begin  [o]
aanvang  [m]
aanhef  [m]
El comienzo oficial es el sábado.
Het officiële begin is op zaterdag.
Al principio, no le creían.
In het begin geloofden ze hem niet.
comienzo [m] (el ~), origen [m] (el ~), principio [m] (el ~) {zn.}
begin  [o]
ontstaan [o]
aanvang  [m]
Al principio no sabía qué hacer.
In het begin wist ik niet wat te doen.
Yo ando a la vez cansado y feliz al comienzo de cada fin de semana.
Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.
comenzar, empezar, principiar {ww.}
beginnen 
ingaan
aanvangen 
aanbreken 

yo principio
él/ella principió

ik begin
hij/zij/het begon
» meer vervoegingen van beginnen

El experimento debe comenzar.
Het experiment moet beginnen.
Podemos empezar esta noche.
We kunnen vanavond beginnen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Al principio, no le creían.

In het begin geloofden ze hem niet.

Al principio nadie me creyó.

Eerst geloofde niemand mij.

Al principio no sabía qué hacer.

In het begin wist ik niet wat te doen.

Al principio, todos estaban convencidos de su inocencia.

Eerst waren ze allemaal overtuigd van zijn onschuld.

En el principio Dios creó los cielos y la tierra.

In het begin schiep God de hemel en de aarde.

Al principio pensé que él era tu hermano.

Eerst dacht ik dat hij je broer was.

En el principio Dios creó los cielos y la tierra.

In het begin schiep God de hemel en de aarde.

Al principio él encontraba difícil el inglés, pero ahora lo encuentra fácil.

Eerst vond hij Engels heel moeilijk, maar nu vindt hij het gemakkelijk.

Desde un principio no tuve la intención de vivir en una gran ciudad.

Ik was van in het begin al niet van plan om in een grote stad te wonen.

Él la odiaba al principio, pero con el paso del tiempo fue amándola.

In het begin had hij een hekel aan haar, maar na verloop van tijd ging hij van haar houden.


Gerelateerd aan principio

comienzo - origen - comenzar - empezar - principiar