Vertaling van puntual

Inhoud:

Spaans
Nederlands
puntual, exacto, formal {bn.}
tijdig
vroegtijdig
accuraat
nauwgezet
nauwkeurig
prompt
stipt
zorgvuldig 
punctueel


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Nuestro tren llegó puntual.

Onze trein kwam op tijd.

El tren partió puntual.

De trein vertrok op tijd.

Espero que seas puntual.

Ik verwacht dat je stipt bent.

Según tengo entendido, él no ha sido puntual en toda su vida.

Voor zover ik weet is hij nog nooit op tijd gekomen.


Gerelateerd aan puntual

exacto - formal