Vertaling van pájaro

Inhoud:

Spaans
Nederlands
ave [m] (el ~), pájaro [m] (el ~) {zn.}
vogel  [m]
Un pájaro tiene alas.
Een vogel heeft vleugels.
¿Cómo se llama ese pájaro?
Hoe heet die vogel?


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Un pájaro tiene alas.

Een vogel heeft vleugels.

Ese pájaro no vuela.

Deze vogel kan niet vliegen.

¿Cómo se llama este pájaro?

Hoe noem je deze vogel?

¿Cómo se llama ese pájaro?

Hoe heet die vogel?

Soñé que era un pájaro.

Ik droomde dat ik een vogel was.

El pájaro estaba cubierto de plumas blancas.

De vogel was bedekt met witte veren.

El pájaro tenía un ala rota.

De vogel had een gebroken vleugel.

Si yo fuera un pájaro volaría hasta ti.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

Vi a un pájaro volar por el cielo.

Ik zag een vogel door de lucht vliegen.

Preferiría ser un pájaro a ser un pez.

Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.

La voz del pájaro rompió el silencio del bosque.

Het geschreeuw van de vogel verbrak de stilte van het bos.

Este pájaro no vive ni en Japón ni en China.

Deze vogel leeft in Japan noch in China.

Un pájaro prudente escoge su árbol. Un sirviente sabio escoge a su amo.

Een verstandige vogel kiest zijn boom. Een wijze dienaar kiest zijn meester.


Gerelateerd aan pájaro

ave