Vertaling van público

Inhoud:

Spaans
Nederlands
público [m] (el ~) {zn.}
publiek  [o]
No estoy acostumbrado hablar en público.
Ik ben niet gewoon voor een publiek te spreken.
divulgar, publicar {ww.}
ruchtbaar maken
openbaar maken
publiceren
afkondigen

yo publico
él/ella publicó

ik publiceer
hij/zij/het publiceerde
» meer vervoegingen van publiceren



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

No me gusta hablar en público.

Ik spreek niet graag in het openbaar.

No estoy acostumbrado hablar en público.

Ik ben niet gewoon voor een publiek te spreken.

La exposición continuará abierta al público un mes más.

De tentoonstelling blijft nog een maand geopend.

La lengua internacional Esperanto apareció en público a fines del 1887.

De internationale taal Esperanto verscheen in het openbaar aan het einde van 1887.

A ella le avergüenza el mal comportamiento en público de su hijo.

Ze schaamde zich heel erg toen haar kind zich erg misdroeg in het openbaar.

Pero sería triste recoger estas frases y guardárnoslas para nosotros, porque se pueden hacer tantas cosas con ellas… Por eso Tatoeba está abierta, nuestro código fuente está abierto. Nuestra información está abierta al público.

Maar weet je, het zou toch jammer zijn om al deze zinnen te verzamelen en voor onszelf te houden, omdat je er zoveel mee kunt doen. Daarom is Tatoeba open. Onze broncode is open. Onze gegevens zijn open.

—Las comunidades LGBT de todo el mundo te tratan de "héroe" y dicen que te tendieron una trampa —le explicó Al-Sayib—; pero las agencias del orden público te etiquetan como un asesino despiadado. ¿Cuál de los dos eres, Dima?

"LGBT-gemeenschappen over de hele wereld noemen je een 'held' en zeggen dat je opzettelijk vals beschuldigd bent," legde Al-Sayib uit. "Maar de ordehandhavingsorganisaties bestempelen je allemaal als een medogenloos moordenaar. Welk van die twee ben je, Dima?"


Gerelateerd aan público

divulgar - publicar