Vertaling van rana

Inhoud:

Spaans
Nederlands
rana [v] (la ~) {zn.}
kikker  [m]
vors
kikvors [m]
El niño le tiró una piedra a la rana.
De jongen gooide een steen naar de kikker.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tengo una rana en mi garganta.

Ik heb een krop in de keel.

El niño le tiró una piedra a la rana.

De jongen gooide een steen naar de kikker.