Vertaling van resistir

Inhoud:

Spaans
Nederlands
oponerse, resistir {ww.}
weerstaan
zich verzetten
tegenstreven
tegenspartelen
Puedo resistir todo excepto tentación.
Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.
Mi casa está diseñada para resistir un terremoto.
Mijn huis is ontworpen om een aardbeving te weerstaan.
cocear, resistir, recalcitrar {ww.}
weerspannig zijn
achteruit slaan


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Puedo resistir todo excepto tentación.

Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.

Mi casa está diseñada para resistir un terremoto.

Mijn huis is ontworpen om een aardbeving te weerstaan.


Gerelateerd aan resistir

oponerse - cocear - recalcitrar