Vertaling van rico

Inhoud:

Spaans
Nederlands
rico {bn.}
fijn 
lekker 
smakelijk
van goede smaak getuigend
acaudalado, acomodado, adinerado, rico {bn.}
gefortuneerd
rijk 
vermogend


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Quieres ser rico?

Wil je rijk zijn?

Japón es un país rico.

Japan is een rijk land.

Él se ha hecho rico.

Hij werd rijk.

Se dice que es muy rico.

Het wordt gezegd dat hij heel rijk is.

Él es rico, pero no es feliz.

Hij is rijk maar hij is niet gelukkig.

Se dice que fuera muy rico.

Ze zeggen dat hij erg rijk was.

¡Ay! Si fuera rico, me compraría una casa en España.

Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.

Él es más rico que cualquiera en esta ciudad.

Hij is rijker dan wie dan ook in deze stad.

Él es lo suficientemente rico para comprar dos autos.

Hij is rijk genoeg om twee auto's te kopen.

Su objetivo principal en la vida era hacerse rico.

Zijn belangrijkste levensdoel was rijk worden.

Me encantaría ser rico y no tener que preocuparme por dinero.

Ik zou graag rijk willen zijn en me geen zorgen te hoeven maken over geld.


Gerelateerd aan rico

acaudalado - acomodado - adinerado