Vertaling van sangre

Inhoud:

Spaans
Nederlands
sangre [v] (la ~) {zn.}
bloed  [o]
Fui hoy a donar sangre.
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
Esto no es sangre. Es remolacha.
Het is geen bloed. Het is biet.
sangrar {ww.}
bloed aftappen
aderlaten

yo sangré

ik liet ader
» meer vervoegingen van aderlaten



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Fui hoy a donar sangre.

Ik ben vandaag bloed wezen geven.

Esto no es sangre. Es remolacha.

Het is geen bloed. Het is biet.

Es un hombre de sangre azul.

Hij is een man van nobel bloed.

El corazón sirve para bombear sangre.

Het hart dient om bloed te pompen.

En lo que le alcanzaba el traje, la dependienta se dio cuenta de las manchas de sangre en su camisa, y no pudo evitar quedarse mirándolas, en estado de shock.

Terwijl ze het pak voor Dima haalde, merkte de verkoopster op dat hij bloedvlekken op zijn overhemd had, en kon er alleen maar geschokt naar staren.


Gerelateerd aan sangre

sangrar