Vertaling van sola
Voorbeelden in zinsverband
Dejémosla sola.
Laten we haar alleen laten.
¡Déjame sola!
Laat me met rust!
Me gusta estar sola.
Ik ben graag alleen.
Haz los deberes sola.
Maak je huiswerk zelf.
No quiero ir sola.
Ik wil niet alleen gaan.
No deberías ir sola.
Je zou niet alleen moeten gaan.
Ya no está sola.
Ze is niet meer alleen.
Ella lucía sola.
Ze zag er eenzaam uit.
¿Por qué estás sola?
Waarom ben je alleen?
¿Crees que debería ir sola?
Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?
La luz se apagó sola.
Het licht ging vanzelf uit.
¿No se aburre cuando está sola?
Verveel je je niet wanneer je alleen bent?
Una golondrina sola no hace verano.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
Una golondrina sola no hace verano.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
No hay ni una sola nube en el cielo.
Er is geen enkele wolk aan de hemel.